marita beukers ontwerpt etiket voor de 20ste vriendenfles
Tekst en foto: The Reyman
Dit voorjaar verschijnt de twintigste Vriendenfles; een bijzondere uitgave van de vereniging Vrienden van het Jenevermuseum. Jaarlijks nodigen de vrienden een Schiedamse kunstenaar uit om een etiket voor de fles te ontwerpen. Dit keer valt de eer te beurt aan Marita Beukers. Haar voorouders hadden een distilleerderij in het pand, waar ook al twintig jaar het Jenevermuseum is gevestigd.
Marita Beukers kreeg in Breda haar opleiding tot fotograaf. Na een drietal jaren op Bonaire vestigde zij zich in Rotterdam. “Ik heb veel exposities gehad, onder andere bij galerie Dutch Art. In 2004 ben ik begonnen met het maken van collages. Het was eigenlijk bij toeval dat ik dat ontdekte. Ik heb zeker een jaar of vijftien collages gemaakt. Dat was commercieel aantrekkelijk. In die periode was ik voornamelijk geïnteresseerd in gebouwen. Ik heb veel gebouwen van Rotterdam ‘verbouwd’. Sommige architecten waren er niet blij mee. Ik heb onder andere het WTC ‘verbouwd’ en toen kwam ik de architect tegen. Die vond het helemaal niks.
Hoe ben je overgeschakeld op de schilderkunst?
Een paar jaar geleden kreeg ik wat ongemakken. Die fijne motoriek met mijn vingertoppen ging niet meer en dat was heel frustrerend. Bovendien verloor ik het zicht. Ik heb twee hoornvliestransplantaties gekregen waardoor het zicht grotendeels terug is, maar mijn vingers doen het nog steeds niet helemaal goed. Dus ik ben veel meer met het schilderen bezig.
Maar fotografie is nog steeds mijn basis, mijn uitgangspunt. Ik laat me vaak inspireren door de foto’s die ik maak. Voortdurend ben ik aan het experimenteren wat ik eruit kan halen. Kunstenaars die mij inspireren zijn Gaudi, Niki de Saint Phalle die ook kleine stukjes, spiegelingen gebruikt en Hunderdwasser. Ook de muziek is een bron van inspiratie. Als ik alleen ben draai ik veel Simeon ten Holt en Philip Glass. Die componisten beïnvloeden mijn manier van denken. Het komt terug in mijn werk.
Over naar Schiedam
Ik ben sinds 2000 lid van stichting KunstWerkt in Schiedam en doe graag mee aan allerlei projecten. Communiceren met mede-kunstenaars vind ik heel fijn. Gewoon samen alles doen, samen projecten doen. Ik heb bijvoorbeeld in de stijl van De Stijl een ode aan de Hef (brug in Rotterdam, red.) gebracht. Ik heb de Victory Boogie Woogie van Mondriaan als uitgangspunt genomen en in mijn kleuren als Ode aan de Hef vertaald. Bij de stichting KunstWerkt word je uitgenodigd, uitgedaagd om uit je comfort zone te stappen en met een heel ander onderwerp jouw skills te laten zien.
Ik ben een Rotterdamse maar mijn vader komt van oorsprong uit Schiedam. Die is daar geboren. En zijn vader had daar een bedrijf en we zijn natuurlijk ook van de jenever. Eind 1680 zijn mijn voorouders vanuit Duitsland de Rijn komen afzakken en hebben in Schiedam jeneverstokerijen gesticht.
Er waren drie broers Beukers en van één van deze heren stam ik af. De jeneverstokerij waar nu het Jenevermuseum is gevestigd, dat is het startpunt van mijn familie geweest. Die zijn rond 1900 failliet gegaan en van daaruit is mijn overgrootvader een smederij begonnen. Hij heeft onder andere de fontein op het Binnenhof in Den Haag gemaakt.
Wat is jouw relatie tussen kunst en jenever?
Het is een onderwerp dat ik een aantal jaren geleden heb opgepakt, toen de stichting KunstWerkt met het Jenevermuseum een project aanging. Ik ontdekte dat de familie Beukers nog heel veel spullen had in het museum en in het depot. Toen heb ik in het depot heel veel foto’s gemaakt. Ik mocht daar de originele Bekeur flessen niet meenemen om een collage van te maken en heb dus een 3-D collage gemaakt van flessen die ons aangereikt waren.
Hoe gaat de twintigste fles eruit zien?
Ik ga uit van een collage van jeneverflessen. Het wordt een soort glasbak-achtig gebeuren. Daaruit kies ik een vorm die past op een jeneverfles. Toen ik op zoek was naar allerlei informatie over de Beukersfles, zag ik dat mijn voorouders de Gallische haan vaak hebben gebruikt als logo. Eén van deze hanen gebruik ik ook in mijn ontwerp. Het is gewoon leuk dat het de twintigste fles is. Het is natuurlijk een eer dat ik dit als Beukers kan doen”.
Marita Beukers kreeg in Breda haar opleiding tot fotograaf. Na een drietal jaren op Bonaire vestigde zij zich in Rotterdam. “Ik heb veel exposities gehad, onder andere bij galerie Dutch Art. In 2004 ben ik begonnen met het maken van collages. Het was eigenlijk bij toeval dat ik dat ontdekte. Ik heb zeker een jaar of vijftien collages gemaakt. Dat was commercieel aantrekkelijk. In die periode was ik voornamelijk geïnteresseerd in gebouwen. Ik heb veel gebouwen van Rotterdam ‘verbouwd’. Sommige architecten waren er niet blij mee. Ik heb onder andere het WTC ‘verbouwd’ en toen kwam ik de architect tegen. Die vond het helemaal niks.
Hoe ben je overgeschakeld op de schilderkunst?
Een paar jaar geleden kreeg ik wat ongemakken. Die fijne motoriek met mijn vingertoppen ging niet meer en dat was heel frustrerend. Bovendien verloor ik het zicht. Ik heb twee hoornvliestransplantaties gekregen waardoor het zicht grotendeels terug is, maar mijn vingers doen het nog steeds niet helemaal goed. Dus ik ben veel meer met het schilderen bezig.
Maar fotografie is nog steeds mijn basis, mijn uitgangspunt. Ik laat me vaak inspireren door de foto’s die ik maak. Voortdurend ben ik aan het experimenteren wat ik eruit kan halen. Kunstenaars die mij inspireren zijn Gaudi, Niki de Saint Phalle die ook kleine stukjes, spiegelingen gebruikt en Hunderdwasser. Ook de muziek is een bron van inspiratie. Als ik alleen ben draai ik veel Simeon ten Holt en Philip Glass. Die componisten beïnvloeden mijn manier van denken. Het komt terug in mijn werk.
Over naar Schiedam
Ik ben sinds 2000 lid van stichting KunstWerkt in Schiedam en doe graag mee aan allerlei projecten. Communiceren met mede-kunstenaars vind ik heel fijn. Gewoon samen alles doen, samen projecten doen. Ik heb bijvoorbeeld in de stijl van De Stijl een ode aan de Hef (brug in Rotterdam, red.) gebracht. Ik heb de Victory Boogie Woogie van Mondriaan als uitgangspunt genomen en in mijn kleuren als Ode aan de Hef vertaald. Bij de stichting KunstWerkt word je uitgenodigd, uitgedaagd om uit je comfort zone te stappen en met een heel ander onderwerp jouw skills te laten zien.
Ik ben een Rotterdamse maar mijn vader komt van oorsprong uit Schiedam. Die is daar geboren. En zijn vader had daar een bedrijf en we zijn natuurlijk ook van de jenever. Eind 1680 zijn mijn voorouders vanuit Duitsland de Rijn komen afzakken en hebben in Schiedam jeneverstokerijen gesticht.
Er waren drie broers Beukers en van één van deze heren stam ik af. De jeneverstokerij waar nu het Jenevermuseum is gevestigd, dat is het startpunt van mijn familie geweest. Die zijn rond 1900 failliet gegaan en van daaruit is mijn overgrootvader een smederij begonnen. Hij heeft onder andere de fontein op het Binnenhof in Den Haag gemaakt.
Wat is jouw relatie tussen kunst en jenever?
Het is een onderwerp dat ik een aantal jaren geleden heb opgepakt, toen de stichting KunstWerkt met het Jenevermuseum een project aanging. Ik ontdekte dat de familie Beukers nog heel veel spullen had in het museum en in het depot. Toen heb ik in het depot heel veel foto’s gemaakt. Ik mocht daar de originele Bekeur flessen niet meenemen om een collage van te maken en heb dus een 3-D collage gemaakt van flessen die ons aangereikt waren.
Hoe gaat de twintigste fles eruit zien?
Ik ga uit van een collage van jeneverflessen. Het wordt een soort glasbak-achtig gebeuren. Daaruit kies ik een vorm die past op een jeneverfles. Toen ik op zoek was naar allerlei informatie over de Beukersfles, zag ik dat mijn voorouders de Gallische haan vaak hebben gebruikt als logo. Eén van deze hanen gebruik ik ook in mijn ontwerp. Het is gewoon leuk dat het de twintigste fles is. Het is natuurlijk een eer dat ik dit als Beukers kan doen”.